Inrichten van de leeromgeving

Goed onderwijs vindt plaats een gestructureerde, goed ingerichte leeromgeving, zowel fysiek als digitaal. De leeromgeving beïnvloedt de motivatie van studenten en geeft studenten de mogelijkheid verantwoordelijkheid te nemen over hun eigen leerproces.

Waarom?

De leeromgeving is de plek waar studenten leren. In de leeromgeving kunnen ze oefenen met praktisch, metacognitieve en regulatieve vaardigheden. De fysieke leeromgeving en materialen moet passend zijn voor de opdrachten binnen de module. Een goed ingerichte digitale leeromgeving voorkomt dat een te groot beroep gedaan wordt op het werkgeheugen, waardoor een te grote cognitive load ontstaat. Daarnaast biedt de digitale leeromgeving mogelijkheden om flexibiliteit en differentiatie voor studenten te bieden. Keuzes in inhoud (verdieping of extra oefening), tempo, plaats, werkwijze en media.

Wat?

Voor het inrichten van de leeromgeving zijn binnen je opleiding richtlijnen en volgen ook uit het ontwerp van je module. De leeruitkomsten bepalen welke kennis en vaardigheden studenten moeten ontwikkelen in de leeromgeving. Inhoud, klassen en groepsgrootte, flexiblisering en differentatie binnen de module, het weekritme bepalen welke leeromgeving er nodig is. En ook: Hoe kun je de wereld betrekken binnen de leeromgeving?

Hoe?

De leeromgeving is alles waarin de student acteert om te komen tot leerresultaten. Bij het ontwikkelen van het onderwijs moet je nadenken over de functie en inrichting van de verschillende omgevingen, zoals:

1. De fysieke leeromgeving (onderwijslocaties binnen en/ of buiten de HvA)

Je hoeft je klaslokaal niet opnieuw in te richten om een ondersteunende fysieke leeromgeving te creeren. Al een paar subtiele veranderingen kunnen je studenten al prikkelen tot ander gedrag.

  • Interactie en discussie
    Plaats de tafels in een U-vorm zodat de leerlingen naar elkaar toe kunnen kijken of kies een lagerhuis-opstelling tegenover elkaar om discussie uit te lokken. Of gebruik een werkvorm als ” Over de streep” om studenten met verschillende opvattingen of ervaringen te laten praten.
  • Overleg en samenwerken
    Zet 2-3 tafels dichter bij elkaar, zodat je door de hele klas ‘eilanden van tafels’ hebt. Studenten kunnen kleinere groepen aan de tafels vormen en zelfs van tafel wisselen als je ze aan specifieke onderwerpen toewijst.
  • Brainstormen
    Je kunt enorme flipover vellen op de muren plakken of brownpaper gebruiken zodat studenten ideeën kunnen verzamelen en samen over onderwerpen kunnen brainstormen. Zorg dat er fysiek genoeg ruimte is om bij een flipover te staan.
  • Verwerken
    Er is steeds meer bewijs dat beweging goed is voor het brein en het verwerken van informatie en dat groen en buitenlucht goed is voor het welzijn van mensen. Laat studenten in plaats van in groepjes binnen aan een tafel werken, buiten lopen en met elkaar overleggen. Maak duidelijke afspraken over de uitkomsten en terugkoppeling.

Is het niet mogelijk om het meubilair te verplaatsen, gebruik dan eventueel digitale middelen, zoals Wooclap om interactie tot stand te brengen. Of laat studenten op staan als ze het eens zijn met een stelling, om discussie op gang te brengen.

2. De digitale leeromgeving (Brightspace, MS Teams en andere tools)

In een fysieke ruimte is het vaak meteen duidelijk, wat de functie van dingen is en waar je bijvoorbeeld als student geacht wordt te gaan zitten. In de digitale leeromgeving is dat helaas vaak niet zo. Studenten raken verdwaald in de jungle van applicaties:”Moeten we nu in Teams onze opdrachten inleveren of emailen, discussieren we in Slack of Brightspace en waar vind ik literatuur en opdrachten van dit vak?”

Bekijk de structuur van de digitale leeromgeving vanuit de ogen van de student! Voor jou als docent zijn dingen vaak logisch of je vindt een bepaalde tool makkelijker dan Brigthspace of Teams. Maar voor een student betekent dat extra belasting, weer een account aanmaken, weer een plek waarvan je moet ontdekken hoe het werkt. ” More is less” en ” Keep It Simple Stupid” zijn niet voor niets veel gebruikte uitdrukkingen. Neem contact op met de module-coördinator en collega’s om samen af te spreken hoe jullie de digitale leeromgeving inrichten.

Een goed doordachte structuur van de digitale leeromgeving helpt studenten om snel de juiste activiteiten en materialen te vinden, het overzicht te behouden (bijv. tussen a-synchroon en synchrone activiteiten) en geen onnodige energie te verspillen. Een duidelijke structuur is essentieel voor het succes van studenten (Garrison et al., 1999)
Welke opbouw het meest geschikt is voor jouw cursus hangt af van de opzet. Bijvoorbeeld:
– Weekstructuur (Week 1, Week 2)
– Themastructuur (oa Leiderschap, Communicatie, Groepsstructuur…)
– Contentstructuur (Literatuur, Colleges, Opdrachten…)
– Sprints
– Enzovoort.

Naast een duidelijke structuur, moeten studenten op elk moment weten wat ze moeten doen, wanneer ze het moeten doen en waar ze het materiaal kunnen vinden. Een duidelijke naam per module is dus belangrijk. Geef verder duidelijk aan welke activiteiten voor, tijdens en na het college gedaan moeten worden. In Brightspace kun je hiervoor submodules gebruiken.

Zie ook een gestructureerde digitale leeromgeving van FOO in Brightspace.

3. De wereld

Wat heeft de leeromgeving met de wereld te maken? Alles! Onderwijs, of het nu WBO, HBO of HAVO is, bereidt studenten voor op een leven buiten de klas. HBO-studenten willen graag praktijkkennis van hun studenten horen, de theorie in de praktijk. Daarom: gebruik alledaagse voorbeelden, gebruik case-studies en experts uit het werkveld om studenten kennis te laten maken met de real-life toepassing van de kennis. Excursies en werkbezoeken kunnen een motiverende ervaring zijn voor studenten en een beter beeld geven van de beroepspraktijk en waarom het vak daar toegevoegde waarde heeft.

Stages en afstuderen zijn natuurlijk ook leeromgevingen in de echte wereld.

Via Internationalisation@home of een fysieke uitwisseling kunnen studenten kennismaken met de wereld buiten Nederland. Internationale studenten in je (online) klassen kunnen ook een verrijking zijn van het onderwijs, naast de vakinhouden leren je studenten culturele verschillen te herkennen en te overbruggen.