Ontwikkelen van leeractiviteiten

“Leren is een werkwoord”, dus wat moeten studenten doen? Dat is de vraag bij het ontwikkelen van leeractiviteiten. Welke activiteiten helpen de student om de beoogde leeruitkomsten/leerdoelen te behalen. Wat is de rol van de docent hierin? Hoe maak je de student eigenaar? Waar is samenwerken nodig? En hoe bereiden de leeractiviteiten de studenten voor op de toetsing?

Waarom?

Het ontwikkelen van leeractiviteiten is het vormgeven van je onderwijs. Hierin komen de diverse onderdelen vanuit het curriculaire spinnenweb bij elkaar. Leeractiviteiten van studenten zorgen voor ervaringen, feedback en kennis waarmee de studenten tot de beoogde leeruitkomsten kunnen komen, die ze aan kunnen tonen in beroepsproducten en/of toetsing.

Wat?

Leeractiviteiten zijn alle activiteiten die studenten uitvoeren om hun leerdoelen/ leeruitkomsten te bereiken. Een variatie aan online en fysieke leeractiviteiten (differentiatie) biedt je studenten meer ruimte en regie over inhoud, tijd, vorm en plaats, passend bij hun persoonlijke talenten en ambities.

Je zou het geheel van de leeractiviteiten kunnen zien als een reis van de student naar de leeruitkomsten. Die reismetafoor kan helpen om een duidelijke samenhang in de leeractiviteiten aan te brengen. De reis van studenten kun je als volgt beschrijven:

1. Van beginniveau naar leeruitkomsten of andersom

De verschillende elementen van het curriculaire spinnenweb komen nu samen.

  1. In de analyse en het ontwerp heb je het beginniveau en de leeruitkomsten beschreven. Gebruik deze als begin- en eindpunt van de reis.
  2. Deel de reis op in logische tussenstappen, gezien de leeruitkomsten (leerinhoud, cognitieve, sociale of praktische vaardigheden en affectieve doelen) en het aantal EC’s voor de module (1 EC’s = 28 uur studiebelasting).

Zet in de reis ook mijlpalen: op verschillende momenten oefenen studenten met de stof en ontdekken ze door feedback en feedforward in hoeverre ze de leeruitkomsten (feedup) beheersen.

Wil je meer weten over feedback? Wil je meer weten over feedback? Check dit artikel van Hattie en Timperley (2007).

2. De reis in detail

A. Bepaal voor de deelstappen:

    1. Welke bronnen en materialen horen bij deze leerinhoud of vaardigheden en met welk type activiteiten wordt deze theorie verwerkt? (cognitive presence)
    2. Worden deze activiteiten individueel of in een groep uitgevoerd? (social presence)
    3. Hoeveel sturing hebben de studenten nodig? Op basis van de kenmerken van de doelgroep en de complexiteit van de leerinhoud of leeractiviteit (opdrachten).
    4. Hoe dragen de activiteiten bij aan de motivatie van de studenten? Stimuleren de verschillende activiteiten autonomie, competentie en verbondenheid (zie ook: self-determination theory)?
    5. Hebben studenten voldoende mogelijkheden om te oefenen met de leeruitkomsten en hoe wordt feedback gegeven?
    6. Welke activiteiten kunnen goed online of a-synchroon, wanneer heeft het meerwaarde om de activiteiten synchroon uit te voeren in een fysieke setting? (artikel blended learning wave).

B. Werk de deelstappen uit per week of per thema:

    1. Bepaal de volgorde van de leerinhouden en de ontwikkelvaardigheden.
    2. Zorg voor een opbouw in zwaarte van de activiteiten en hoe daarbij rekening met de beschikbare tijd.
    3. Plan leeractiviteiten zodat de fasen van een voorwaardig leerproces worden doorlopen.
      1. activeren voorkennis;
      2. nieuwe informatie toevoegen / kennis en vaardigheden verwerven;
      3. informatie/kennis verwerken;
      4. toepassen van verworven kennis en vaardigheden;
      5. reflecteren op het leerproces.
    4. Maak hierbij gebruik van de First principles of instruction
    5. Zorg voor voldoende mogelijkheden voor interactie tussen studenten, door het geven van feedback of in de vorm van formatieve evaluatie.
    6. Bepaal per leeractiviteit of deze online of in een fysieke setting wordt uitgevoerd. Op de Edulab site van FBE vind je een keuze-diagram.

3. Rol van de docent

Ben jij als docent de reisleider en ga je mee op reis, of geef je je studenten alleen een kaart, een kompas en een einddoel? De rol van de docent is bij verschillende leeractiviteiten

wellicht verschillend, zoals:

  • De docent

Je gebruikt afwisselende, didactische werkvormen om kennis over te dragen aan je studenten en hen te prikkelen om zelf kennis te ontwikkelen. Je helpt studenten bij het ontwikkelen van hun vakkennis.

  • De coach of trainer

Je helpt studenten om in teamverband te werken of projectmatig te werken. Je coacht hen bij het ontwikkelen van de vaardigheden die daarvoor nodig zijn. Denk aan het verdelen van taken, elkaar aanspreken en feedback geven in de projectgroep. Je helpt studenten bij het ontwikkelen van hun professionele vaardigheden.

  • De studieloopbaanbegeleider

Je leert studenten om zelf hun (studie)loopbaan te plannen en te sturen. Wat willen ze bereiken? In hoeverre lukt dat al en wat is er verder nog voor nodig? In deze rol heb je veel persoonlijk contact met studenten: je bent hun eerste aanspreekpunt, helpt hen bij het maken van keuzes en bewaakt de studievoortgang. Je begeleidt studenten ook in hun persoonlijke ontwikkeling.

  • De onderzoeker

Je gebruikt je eigen onderzoek als bron voor nieuwe kennis voor studenten en onderzoeksresultaten verwerk je tot lesmateriaal. Je begeleidt studenten in hun afstudeerfase bij hun onderzoek en bij het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden.

 

4. De laatste check voor vertrek

Als je je leeractiviteiten hebt ontwikkeld, heb je de basis voor je module klaar.Een goed moment om even stil te staan en terug te kijken.

In hoeverre leveren de leeractiviteiten de studenten:

  • De juiste studiebelasting binnen de module, zowel als geheel als in de verschillende lesweken?
  • Voldoende interactie met medestudenten?
  • Voldoende interactie met de geselecteerde bronnen en materialen?
  • Voldoende feedback van docenten en studenten op hun voortgang?
  • Passende voorbereiding op de toetsing?
  • De juiste en voldoende oefeningen voor het behalen van de leeruitkomsten?

En in hoeverre geven de leeractiviteiten de docenten:

  • Duidelijkheid over het gebruik van bronnen en materialen?
  • Duidelijkheid over hoe de leeractiviteiten bijdragen aan het behalen van de leeruitkomsten?
  • De mogelijkheid hun rol(len) op een goede manier vorm te geven?
  • Voldoende handvatten om de ontwikkeling van studenten te begeleiden?

Inzicht in de vorderingen van studenten?

Hoe?

Voor het ontwikkelen van leeractiviteiten zijn verschillende modellen en methodes, bijvoorbeeld:

Op basis van de onderwijsvisie van de opleiding kan al gekozen zijn voor een bepaald model of een bepaalde methode.