Ontwerpen van toetsing

Hoe toont je student aan dat de leeruitkomsten zijn behaald? Hoe beoordeel je op een eerlijke (objectieve, valide) en betrouwbare manier? En: hoe zorg je ervoor dat studenten niet alleen voor de toets leren, maar voor hun eigen ontwikkeling? Daarvoor moet je goede toetsing ontwerpen.

Waarom?

Binnen de HvA toetsen en beoordelen we ontwikkelingsgericht. Dit betekent dat toetsing en beoordeling leermomenten zijn voor de student én de docent. We sluiten daarbij zoveel mogelijk aan bij de professie van de student: toetsen zijn beroepsrelevant. Dit zijn afspraak 4 en 5 uit het HvA Onderwijs- en toetsbeleid.

Toetsing (formatief en summatief) geeft allereerst de student (en de docent) inzicht in en feedback over het leerproces, de leeropbrengsten (feed up) en een eventuele bijstelling van het leerpad (feedforward). Wil je meer weten? Kijk hier.

http://oabdekkers.nl/2017/08/15/bouwsteen-4-feedback/

Toetsing is dus veel meer dan de afsluiting van een module en vormt een integraal onderdeel van het leerproces.

Wat?

Toetsing bestaat uit meerdere momenten waarop een student inzicht krijgt in zijn vorderingen op weg naar de leeruitkomsten of leerdoelen. Toetsing staat ten dienste van het leren. Het ontwerpen van toetsing bestaat uit vier stappen:

1. Toetsvormen selecteren op basis van de leeruitkomsten

De leeruitkomsten sturen de inrichting van het onderwijs, dus ook het ontwerp en de ontwikkeling van de toetsing. Dit noemen we constructive alignment.

Dat betekent dat toetsing nooit losstaat van de beoogde leeruitkomsten, van feedback op de ontwikkeling en van mogelijke leeractiviteiten waarmee de student zich kan ontwikkelen richting de beoogde leeruitkomsten.

Studenten moeten de mogelijkheid krijgen om zelf na te denken over de manier waarop ze aantonen hoe de leeruitkomsten bereikt zijn. Ze moeten hier ook invloed op kunnen uitoefenen. Afhankelijk van de doelgroep, het leerjaar of bepaalde praktische overwegingen kun je die invloed groter of kleiner maken.

Bij het ontwerp van de leeruitkomsten heb je ook de cesuur bepaald. Wat moeten studenten laten zien, om objectief vast te kunnen stellen dat ze de leeruitkomst beheersen? Bij complexe leeruitkomsten zijn er waarschijnlijk verschillende deelaspecten die je kunt toetsen: kennis van bepaalde theorieën en modellen, praktische vaardigheden en cognitieve of regulatieve vaardigheden zoals zelfreflectie. Deze deelaspecten toets je in verschillende vormen. Zo krijgen studenten inzicht in hun voortgang op de verschillende deelaspecten, vóórdat de leeruitkomst in z’n geheel wordt getoetst met bijvoorbeeld het maken van beroepsproduct. Al deze toetsvormen kunnen formatief of summatief  worden ingezet. De gehele leeruitkomst wordt bij voorkeur ook summatief getoetst, met een beroepsproduct en gedragsassessment.

Binnen de HvA hanteren we vijf toetsvormen:

2. Beoordelingscriteria vaststellen

Begin met het eind in gedachten. Dat geldt ook voor het ontwerpen van onderwijs. Begin bij de beoordelingscriteria voor de leeruitkomst  of je summatieve toetsing van de eindopdracht(en). Het gebruik van rubrics  kan daarbij handig zijn.

Rubric-voor-rubrics-Van-Strien-Joosten-ten-Brinke-2016

Als het duidelijk is waar studenten aan het eind van de module moeten staan, kun je de leeruitkomsten opdelen in deelaspecten waar ze tijdens de module aan werken. Voor die verschillende deelaspecten van de leeruitkomst kun je leerdoelen opstellen. Deze leerdoelen vertaal je naar beoordelingscriteria voor de verschillende toetsvormen. Het werken met beoordelingscriteria

ondersteunt studenten als volgt bij hun leerproces:
1) studenten ontwikkelen meer (vertrouwen in hun) domeinspecifieke kennis;
2) studenten ontwikkelen meer vertrouwen in en kennis van het beoordelen van zichzelf en anderen;
3) studenten oefenen hun metacognitieve vaardigheden;
4) studenten krijgen meer autonomie en daarmee een sterker gevoel van (taak)volwassenheid.

Bedenk op welke manier je wilt beoordelen: volgens een vaste norm, ontwikkelingsgericht, of door de studenten onderling te vergelijken. Geen van deze methodes is beter dan de andere, ze hebben allen voor- en nadelen. Op score.hva.nl

kun je meer lezen over dit onderwerp.

Voor opdrachten en kennistoetsen met open vragen zijn beoordelingsformulieren handig om te zorgen dat de beoordeling betrouwbaar is. Voor meerkeuzevragen is het handig om cijfers te bereken aan de hand van de cesuurbepaling hier zijn verschillende manieren voor.

3. Toetsen construeren

Als de toetsvormen, leerdoelen en beoordelingscriteria helder zijn kun je de toetsen construeren. Doe dit samen met je team en een collega met de Senior Kwalificatie Examinering (SKE-er). Bij de ontwikkeling van de toetsen kun je advies vragen bij de toetscommissie en examencommissie. Zij waarborgen ook het overzicht en de balans van de verschillende toetsvormen binnen de opleiding en kunnen ook de studeerbaarheid voor studenten op die manier in de gaten houden.

Een complexe leeruitkomst bestaat uit verschillende deelaspecten. Voor studenten is het fijn dat al deze deelaspecten formatief zijn geëvalueerd voordat ze summatief worden beoordeeld. Een hulpmiddel hierbij kan zijn, het opstellen van toetsmatrijs. Een toetsmatrijs maakt zichtbaar of je alle aspecten of leerdoelen hebt meegenomen in de toetsing en of de verdeling van de toetsen over deelaspecten of leerdoelen redelijk is. Kijk binnen je opleiding of er met toetsmatrijzen wordt gewerkt.

4. Kwaliteit van de toetsing borgen

Met behulp van de voorgaande stappen heb je toetsen en beoordelingscriteria ontwikkeld. De laatste stap is dan om de kwaliteit van de verschillende toetsen te beoordelen én te borgen. Informatie over de resultaten en evaluatie is heel waardevol om de kwaliteit van het onderwijs en de toetsen te bewaken en eventueel te verbeteren. De kwaliteit borgen is dus een proces. Vóór de toetsing plaatsvindt, beoordeel je de kwaliteit van de individuele toetsen en het geheel van toetsen. Tijdens deze fase bespreek je twijfelgevallen en organiseer je kalibratiesessies om de beoordeling tussen docenten af te stemmen. En op basis van de resultaten analyseer je de kwaliteit van de toets en onderdelen van de toets. (zie fases 3, 5 en 7 in het plaatje Toetscyclus )

Bron: https://buas.libguides.com/BKE/toelichtingopdetoetscyclus Geraadpleegd op 01-09-2020 (bron niet meer beschikbaar).

Stel samen met je team vast hoe jullie dit proces gaan uitvoeren en vraag de collega’s van de examencommissie en kwaliteitszorg om hulp of een kritische blik.

De standaard kwaliteitscriteria voor formatieve én summatieve toetsen zijn:

  • leer- en feedbackfunctie – de toets geeft inzicht in de studievoortgang en is motiverend voor het verdere leerproces;
  • validiteit – de toets meet wat gemeten moet worden;
  • betrouwbaarheid – de toets levert onder dezelfde omstandigheden hetzelfde resultaat;
  • transparantie – inhoud en proces zijn helder;
  • toegankelijkheid – de toets is voor alle studenten toegankelijk; bekijk ook of het mogelijk is om de toetsing plaatsonafhankelijk te maken.

Per toetsvorm verschillen de vragen die je kunt stellen om de toets te analyseren. Meer informatie vind je op score.hva.nl.

Formatieve toetsen zijn bedoeld om studenten inzicht te geven in waar ze staan in hun leerproces, de kwaliteitseisen voor deze toetsen zijn daarom vergelijkbaar met die voor summatieve toetsen. Niets is voor studenten vervelender dan een “oefentoets” die niet op de echte toets lijkt.

Hoe?

Op score.hva.nl staan allerlei voorbeelden en hulpmiddelen voor het opstellen van toetsen.

Een manier om ontwikkelingsgericht te toetsen is programmatisch toetsen of formatief evalueren. Lees meer over programmatisch toetsen op leren van toetsen. Alles over formatief evalueren vind je in de toolkit formatief toetsen.

    • In Brightspace zijn er verschillende mogelijkheden om studenten werk te laten inleveren en dan bijvoorbeeld op plagiaat te controleren.
    • In Brightspace kun je een digitale kennistoets met verschillende vraagtypen construeren. Ook kun je samen met je collega’s een itembank maken, zodat studenten met veel verschillende vragen kunnen oefenen.
    • Met Feedbackfruits kunnen studenten elkaar peerfeedback geven.
    • Met Codegrade kun je studenten computerscripts laten inleveren.