Leren van evaluaties

Waarom?

De HvA heeft als missie om studenten op te leiden tot professionals die beschikken over de kennis en competenties die nodig zijn om een vooraanstaande rol te spelen in beroepspraktijk en in de samenleving. Onderwijskwaliteit gaat om het realiseren van deze missie en om hoe we er als instelling voor zorgen dat studenten het onderwijs uitdagend vinden en de opleiding ervaren als een goede voorbereiding op hun professionele toekomst.

Binnen het onderwijs is het geven van feedback en reflecteren op het eigen handelen van studenten én docenten, een van de belangrijkste pijlers. Reflecteren is ook een belangrijke handeling voor het verhogen van onderwijs- en onderzoekskwaliteit. Feedback over ons onderwijs verzamelen wij met studentevaluaties, panelgesprekken met studenten en gesprekken met de beroepspraktijk.

Het is belangrijk om deze feedback ook in te zetten voor het ontwikkelen van nieuw onderwijs of het bijstellen van bestaand onderwijs.

Wat?

In het kwaliteitsbeleid  van de HvA staat: HvA-ers zijn ‘reflective practitioners’ (ontleend aan Schön), die werken op basis van kennis en informatie (literatuur, onderzoek, dialoog). Met andere woorden: we handelen ‘geïnformeerd’. Binnen FDMCI zien we goede samenwerking als essentieel voor goede processen. In fundament van FDMCI is dat als volgt verwoord: ‘medewerkers [ervaren] voldoende mogelijkheden voor het uitwisselen van kennis, gedachten, meningen en ervaringen’. We streven naar een feedback cultuur, zowel in het onderwijs als in de organisatie. We willen studenten actief betrekken bij het ontwerpen van (nieuwe) onderwijsprogramma’s en de uitwerking van de FMT portefeuilles en kwaliteitszorg en we willen dat studenten het effect van hun bijdragen zien terugkomen in het onderwijs. Daarbij gaat kwaliteitscultuur ook over het reflecteren en geïnformeerd handelen.

Bij het systematisch reflecteren past FDMCI de PDSA-cyclus toe en maakt bij de evaluaties gebruik van monitor- en reflectie-instrumenten en kwalitatieve informatie. Het doel is dat deze informatie handelingsperspectief biedt waarop het management in samenspraak met medewerkers en studenten verbeteracties kunnen formuleren.

Bron: https://blog.kainexus.com/continuous-improvement/improvement-disciplines/lean/pdsa/a-scientific-approach-to-continuous-improvement

Hoe?

Het leren van feedback en het reflecteren op het eigen handelen is verankerd op verschillende niveaus:

1. Opleidingsniveau door accreditaties, midterm reviews, landelijke of HvA-brede onderzoeken en rendementscijfers

  • De accreditatie vindt eens in de zes jaar plaats en tussentijds organiseert de opleiding een mid-term review. Hierin wordt de opleiding extern beoordeeld aan de hand van de kwaliteitsstandaarden van de NVAO.
  • Landelijk en vanuit de HvA worden er jaarlijks verschillende vragenlijsten uitgezet om het onderwijs te evalueren. Dit zijn studenttevredenheidsonderzoeken zoals de Nationale Studentenenquête (NSE), 100Dagen Monitor, HBO-Monitor en EXIT Monitor. Daarnaast wordt de Medewerkers Monitor Onderwijs en Onderzoek tweejaarlijks uitgezet onder onderwijzend en onderzoekend personeel van de HvA uitgezet met als doel om de tevredenheid van medewerkers over het onderwijs en onderzoek op verschillende aspecten in kaart te brengen.
  • Minimaal twee keer per jaar wordt er een uitdraai gemaakt van de rendementscijfers op opleidingsniveau. Dit betekent dat er wordt gekeken naar de instroom, uitval en propedeuse-/diplomarendementen per cohort.

Binnen de opleidingen en teams geven deze onderzoeken input voor het verbeteren van het onderwijs. Het is belangrijk om deze input serieus te nemen, studenten en docenten investeren immers tijd om deze feedback te geven. Als we werken aan een feedbackcultuur, moeten we alle feedback serieus nemen.

Deze onderzoeken op opleidingsniveau zeggen niets over jouw module, maar kunnen wel algemene aandachtpunten opleveren voor een bijstelling van jouw module. Gebruik deze gegevens naast de gegevens over je eigen vak, zoals de onderwijsevaluaties.

2. Moduleniveau door onderwijsevaluaties, rendementscijfers en panelgesprekken

Opleidingen voeren eigen evaluaties uit om zicht te krijgen op de kwaliteit van het onderwijsprogramma en modules. Zij kiezen er zelf voor wanneer zij welke instrumenten inzetten om de kwaliteit van het onderwijs in kaart te brengen.

  • De meeste opleidingen kiezen ervoor om na elke module een vragenlijst uit te zetten onder alle studenten die aan de module hebben deelgenomen (studentevaluaties). Aanvullend hierop kiezen sommige opleidingen ervoor om periodiek ook vragenlijsten onder docenten uit te zetten (docentevaluaties).
  • Na elke module worden de modulerendementen uitgedraaid. Dit betekent dat er onder andere wordt gekeken naar het percentage van de studenten dat voor de module geslaagd of gezakt is. Daarnaast wordt er gekeken naar het percentage studenten dat op schema loopt en/of vertraging heeft opgelopen.
  • Periodiek worden er panelgesprekken en/of klassenvertegenwoordigersoverleggen georganiseerd om met studenten in gesprek te gaan over de kwaliteit van het onderwijs. De inhoud hiervan wordt op basis van signalen uit onder andere de bovenstaande evaluaties vastgesteld.

Evaluaties op module zeggen iets over hoe studenten jouw module hebben ervaren, als het vak langere tijd wordt gegeven kun je ook kijken hoe de ontwikkeling van de module is. Ook in de rendementscijfers kun je soms een trend zien. Een panelgesprek kan worden gebruik om meer in de diepte een module te evalueren en samen met de studenten te komen tot verbetervoorstellen.

Gebruik deze informatie om kritisch te kijken naar je onderwijs. Onderwijs is nooit af, de beroepspraktijk, de maatschappelijke context en studenten veranderen in de tijd, dus het is goed om daar elk jaar bij stil te staan.

3. Lesniveau door feedback vragen aan collega’s en studenten

Naast de officiële onderwijsevaluaties is feedback vragen aan studenten en collega’s een goede manier om je onderwijs aan te passen en te verbeteren. Deze manier van werken geeft ook het signaal aan studenten, dat feedback vragen onderdeel is van het leerproces.

Feedback op je lessen kun je op het inhoudelijke niveau vragen door  polls en quizzen in te zetten. Door samenvattingen van de les te geven of te laten inleveren kun je peilen in hoeverre de stof is overgekomen. Zorg voor een laagdrempelige manier, bijvoorbeeld door post-its te plakken bij het verlaten van het lokaal of bij wijze van evaluatie. Bij online leeractiviteiten kun je in bijvoorbeeld in Wooclap, Padlet of op een Miro-board de feedback verzamelen. Bij de check-in van een college kun je studenten vragen in hoeverre ze zelf het gevoel hebben dat ze de lesstof begrijpen door hen een smiley of een duimpje te laten geven. Of laat ze onderwerpen rangschikken op basis van waar ze de meeste moeite mee hadden. Vraag studenten vooral om inhoudelijke feedback waar jij als docent in de volgende les iets mee kunt, bijvoorbeeld over de leerstof, leeractiviteiten en je uitleg. Op die manier verzamel je feedback, waarmee jij de volgende les nog beter kunt uitvoeren en kunt laten aansluiten bij hetgeen waar de studenten behoefte aan hebben om de leeruitkomsten te gaan beheersen.

Als je feedback wilt op je lesgeven kun je ook een collega vragen eens mee te kijken in je les. In online lessen is dit natuurlijk heel eenvoudig te organiseren, maar ook de collegezaal kun je een collega laten meekijken. Bespreek met je collega op welke punten je graag feedback wilt en plan een afspraak om dit rustig te bespreken. Of vraag een collega of je eens met haar/hem mee kunt kijken om inspiratie op te doen voor je eigen lessen. Leren van elkaar is een uitgangspunt binnen het onderwijs op de HvA, het is natuurlijk heel krachtig als je dat als docent zelf ook doet.

Opleidingen zijn binnen FDMCI zelf verantwoordelijk voor de inrichting van hun kwaliteitszorg en de uitvoering van onderwijsevaluaties op moduleniveau. Binnen elke opleiding is hier minstens één kwaliteitszorgmedewerker voor aangesteld. Zij werken nauw samen met de onderwijsteams binnen de opleiding en het kwaliteitsteam binnen de faculteit om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de onderwijskwaliteit. De informatie die voortkomt uit de verschillende niveaus wordt samengebracht, samen met studenten en docenten geduid en omgezet naar concrete verbeteracties.