Ontwerpen van een module

Goed onderwijs is geen toeval, maar vraagt net als andere vormen van productontwikkeling een ontwerpproces. Het ontwerp van je onderwijs geeft richting en kaders voor de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs.

Waarom?

Onderwijs ontwerpen is een iteratief proces, volgens een vastgestelde systematiek. Deze manier van werken geeft de beste garantie op goed onderwijs: studenten leren wat ze nodig hebben. Ze krijgen onderwijs dat past binnen het curriculum en bij de doelgroep én dat goed uitvoerbaar is.

Wat?

Het ontwerpen van een module bestaat uit drie stappen:

1. Visie en uitgangspunten ophalen

Voordat je gaat ontwikkelen is de basis belangrijk! Wat is jullie visie op leren en blended learning? Wat is het fundament van het onderwijs?

Bij het ontwikkelen en vernieuwen van HvA-opleidingen hanteren we onderstaande vijf afspraken.

  1. We geven studenten regie over het eigen leerpad
  2. We bieden activerend onderwijs aan
  3. We werken in leergemeenschappen
  4. We toetsen en beoordelen ontwikkelingsgericht
  5. We hanteren toetsvormen die representatief zijn voor de professie

Binnen opleidingen bestaat vaak ook een visie op leren, neem deze als uitgangspunt voor het ontwerpen van je module.

In het ontwerp van je module benoem je de volgende onderdelen:

  • De rationale of de onderbouwing: waarom is de module opgenomen in het curriculum?
  • Visie op onderwijs
  • Visie op toetsing
  • Beschrijving van de doelgroep
  • Visie op de docentrol

In het curriculum spinnenweb van Van den Akker (2003) zie je welke elementen onderdeel zijn van een onderwijsontwerp.

Curriculum spinnenweb

  1. Onderbouwing of rationale
  2. Leeruitkomsten en leerdoelen
  3. Leerinhoud
  4. Leeractiviteiten
  5. Rol van de docent
  6. Bronnen en materialen (denk ook aan online)
  7. Doelgroep en groeperingsvormen
  8. Leeromgeving (fysiek en online)
  9. Tijd
  10. Toetsing

Verzamel de uitgangspunten en informatie over de verschillende onderdelen, door deze op te vragen bij je teamleider, opleidingsmanager of door het in het team te bespreken. De uitgangspunten zijn belangrijk voor de analyse van je module.

2. Analyse van de module

Een goede analyse van de module is belangrijk om tot een goed ontwerp te komen: hoe past deze in het curriculum, wat is de doelgroep etc. Leg je analyse vast, zodat achteraf helder is hoe het ontwerp tot stand is gekomen. De analyse levert informatie op over:

  • De onderbouwing
  • De leerinhoud
  • De doelgroep
  • De docentrol
  • De tijd

Formuleer antwoorden op de volgende vragen – mogelijk zijn deze beschreven in het beroeps- en opleidingsprofiel.

  1. Rationale: Waarom wordt deze module aangeboden?
  2. Analyse van uitgangspunten van de opleiding: Binnen welke kaders wordt de module ontwikkeld?
    • Wat is de visie op de rol van de docent?
      coach, inspirator, vakinhoudelijk deskundige, pedagogisch, didactisch, etc.?
    • Wat is de didactische visie, of de visie op leren, of het onderwijsconcept?
      (constructivisme, cognitivisme, differentiatie, gepersonaliseerd en flexibel leren, projectonderwijs, pgo)
    • Wat is de visie op toetsing?
  3. Doelgroepanalyse: wie is jullie student?
    Voltijd of deeltijd, instroomniveau, leeftijd, studieprogramma, andere studentkenmerken
  4. Wat is de context van de module? Wat zijn de situationele factoren?
    Denk aan: plaats in de opleiding, EC’s, voorkennis, docentenpopulatie, is het een ‘struikelvak’?

    • Op welk niveau wordt de module aangeboden?
    • Op welke module(s) moet deze module (kunnen) aansluiten en welke volgen er (mogelijk) op?
  5. Analyse van de kennisbasis
    • Wat is de vakinhoud, welke keuzes worden daarin gemaakt?
    • Aan welke eindkwalificaties, leeruitkomsten of competenties wordt in deze module gewerkt?
    • Welke onderdelen van de BOKS (Body of Knowledge and Skills) komen in de module aan de orde?

Op basis van deze analyse beschrijf je (deels) de volgende elementen uit het curriculum spinnenweb 1. de onderbouwing, 3. de leerinhoud, 5. de docentrol, 7. de doelgroep en 9. tijd voor je module.

Bespreek je analyse met je team en betrek hierbij ook studenten.

3. Ontwerpen van je module

Op basis van de analyse kun je een ontwerp gaan maken van de module. Binnen de opleiding of faculteit zijn er vaak methodes en modellen die hiervoor worden gebruikt. Een duidelijk uitgewerkt ontwerp geeft richting aan het ontwikkelen van onderwijs, ook voor andere docenten.

Het ontwerp bevat in ieder geval:

  • Het waarom van de module: een onderbouwing van het belang van de module en de plaats in het curriculum. Dit is het centrale onderdeel van het ontwerp.
  • De leerinhoud van de module, gebaseerd op de BOKS (Body of Knowledge and Skills) en gerelateerd aan de inhoud van voorafgaande en volgende modules.
  • De rol van de docent, gebaseerd op onderwijsvisie van de opleiding.
  • De doelgroep: de kenmerken van de studenten.
  • Tijd, gebaseerd op het aantal EC. De verdeling van de studietijd komt aan bod bij het ontwikkelen van leeractiviteiten en de inrichting van de leeromgeving.

Hiermee heb je een sterk kader waarbinnen je de module kunt gaan ontwikkelen. Voordat je onderwijsactiviteiten ontwikkelt, besteed je eerst aandacht aan het ontwerpen van leeruitkomsten en de toetsing hiervan. Je begint met ontwerpen dus bij het eind!

Op basis van je analyse kun je een aantal onderdelen van je ontwerp beschrijven. Deze onderdelen geven richting aan de andere onderdelen van het ontwerp.

Constructive allignment uit het boek: Teaching for quality learning at university : what the student does. (Biggs & Tang, 2011)

Hoe?

Betrek bij het ontwerpproces studenten, bijvoorbeeld de Opleidingscommissie en analyseer evaluaties.

Er zijn verschillende onderwijsontwerpmethodes. Binnen de opleiding is er wellicht al een keuze gemaakt voor een methode. Hierbij kun je denken aan:

    1. ADDIE
    2. Carpe Diem
    3. ABC
    4. 4CID

Meer lezen over ontwerpmethodieken? Lees het artikel Onderwijs (her)ontwerpen? Gebruik een ontwerpmethode!